Wees gerust, de wijzigingen die van toepassing zijn op uw personeelsbeleid in 2024 zijn relatief beperkt. We leggen de focus op de volgende vijf thema’s: loon en andere voordelen, flexibiliteit, (sociale en politieke) verkiezingen, wijziging van de wettelijke vakantieregeling en diversen. We maken ook van de gelegenheid gebruik om u te herinneren aan twee wijzigingen die eind 2023 in werking traden.
Focus op loon en andere voordelen
Verwachte salarisindexering
Zoals ieder jaar moeten de lonen begin 2024 worden geïndexeerd. Op basis van de huidige vooruitzichten, zou de indexatie voor werknemers in het PC 112, het SPC 149.02 en het SPC 149.04 vanaf 1 februari 2024 1,25%* bedragen. Voor werknemers in het APCB 200 wordt momenteel een indexatie van 1,52% vanaf 1 januari 2024 voorspeld.
Verhoging fietsvergoeding
Voor de drie (S-)PC's voor arbeiders (en voor het APCB 200-werknemers) in onze sectoren stijgt de fietsvergoeding op 1 juli 2024 van 0,20 euro (sinds 1 juli 2022) naar 0,27 euro per kilometer. De vergoeding wordt toegekend per daadwerkelijk afgelegde kilometer, met een maximum van 40 km per dag. Meer informatie over dit onderwerp vindt u in ons informatiebulletin over de sectorakkoorden beschikbaar op onze website.
Indexering van aanvullende toelagen
Naar aanleiding van de sociale onderhandelingen werden alle aanvullende uitkeringen die door het Sociaal Fonds aan uw werknemers worden betaald, op 1 januari 2024 geïndexeerd. Deze indexering bedraagt 16,13% voor de arbeiders van het PC 112 en het SPC 149.04 en 10% voor de arbeiders van het SPC 149.02. Dit heeft uiteraard geen directe gevolgen voor u als werkgever, maar het kan de moeite waard zijn om uw werknemers hiervan te informeren, aangezien hun salarispakket hierdoor aanzienlijk zal verbeteren.
Opleidingskrediet
De sectorale bijdrage aan het opleidingskrediet wordt vanaf 1 januari 2024 verhoogd van €40 naar €45. Het opleidingskrediet wordt uitgedrukt in uren en is gelijk aan €6,03. Het wordt toegekend voor formele opleidingen (aangeboden of goedgekeurd door EDUCAM) en voor informele opleidingen die worden geregistreerd op de speciale tool die EDUCAM hiervoor heeft ontwikkeld. Voor meer informatie kunt u ons artikel raadplegen waarin de verschillende aspecten van deze maatregelen nader worden toegelicht, evenals de opleidings-CAO.
Verlaging van de tijdelijke werkloosheidsuitkeringen
Een van de besparingsmaatregelen waartoe de federale regering heeft besloten, is een verlaging van de tijdelijke werkloosheidsuitkering van 65% naar 60% vanaf 1 januari 2024. Om ervoor te zorgen dat werknemers geen verlies ondervinden, heeft de regering ook besloten dat bedrijven de volledige kosten voor financiële compensatie moeten dragen. De regeringsmaatregel bepaalt daarom dat werknemers op kosten van hun werkgever (of op kosten van een sectoraal fonds) recht hebben op een vergoeding van 5 euro per dag waarvoor zij tijdelijke werkloosheidsuitkeringen genieten (behalve in geval van tijdelijke werkloosheid door overmacht). Sectoren en/of bedrijven die voor deze situatie al een percentage van het loon garanderen, hoeven de aanvulling niet te betalen omdat dit al in de formule is inbegrepen (wanneer de werkloosheidsuitkering wordt verlaagd, wordt dit onmiddellijk weerspiegeld in de aanvulling om hetzelfde vervangingspercentage te behouden). Dit is het geval voor alle werknemers in het PC 112, het SPC 149.02 en het SPC 149.04 die momenteel een aanvulling op hun tijdelijke werkloosheidsuitkering ontvangen, betaald door de Sociale Fondsen, wier situatie op 1 januari niet zal veranderen.
Wijziging van de doelgroepvermindering eerste aanwervingen
De doelgroepvermindering "eerste aanwervingen" is een degressieve vermindering van de patronale sociale bijdragen voor werkgevers uit de privésector bij de indienstneming van hun eerste werknemers. Het bedrag van de vermindering is degressief in de tijd, behalve voor de eerste werknemer die wordt aangeworven, en varieert volgens de volgorde waarin de werknemer in dienst treedt. Met ingang van 1 januari 2024 wordt de doelgroepvermindering eerste aanwervingen aanzienlijk gewijzigd: de vermindering voor de eerste werknemer die in dienst wordt genomen, daalt van 4.000 euro per kwartaal (voor een voltijdse werknemer met volledige prestaties voor het kwartaal) naar 3.100 euro. De doelgroepvermindering voor de vierde, vijfde en zesde werknemer wordt vanaf 1 januari 2024 afgeschaft. De afschaffing geldt echter alleen voor nieuwe aanwervingen. De regels die gelden op 31 december 2023 blijven van toepassing op aanwervingen die vóór 1 januari 2024 plaatsvonden. Dus als je voldoet aan de voorwaarden om te genieten van deze verminderingen en van plan bent om nieuw personeel aan te nemen, is het aangewezen om dit vóór 31 december 2023 te doen!
Koopkrachtpremie: verlengde deadline
In een ontwerp van Koninklijk Besluit dat momenteel voor advies wordt voorgelegd aan de Raad van State, heeft de regering besloten om de termijn voor de toekenning van de koopkrachtpremie met drie maanden te verlengen. De termijn wordt dus verlengd tot 31 maart 2024 (in plaats van 31 december 2023).
Let op dat het ontwerp van Koninklijk Besluit enkel betrekking heeft op de vrijstellingsregeling van de RSZ voor de koopkrachtpremie. De regering werkt nog aan een wijziging van de fiscale wetgeving zodat de koopkrachtpremies toegekend na 31 december 2023 ook vrijgesteld zouden worden van beroepsvoorheffing en belastingen. Gezien de onzekerheid die op fiscaal vlak blijft bestaan, kunnen we u alleen maar aanmoedigen om, in de mate van het mogelijke, de toekenning van de premies vóór 31 december 2023 af te ronden.
Focus op flexibiliteit
Verlenging van de relance-overuren
De relance-overuren worden verlengd voor het jaar 2024 (maximaal 120 uur voor het hele jaar) en nadien tot 30/06/2025 (maximaal 120 uur voor de periode van 1/1/2025 tot 30/6/2025). Relance-overuren zijn overuren die op vraag van de werknemer worden gepresteerd, die nooit worden gerecupereerd en dus altijd worden uitbetaald, maar zonder dat er loonbijslag verschuldigd is, en die fiscaal en sociaal voordelig zijn ("bruto = netto").
We willen u eraan herinneren dat het voordeliger is om te beginnen met het laten presteren van relance-overuren (vóór de "traditionele" overuren en de vrijwillige overuren), gezien de (para)fiscale voordelen voor zowel werkgevers als werknemers, evenals het feit dat deze relance-overuren niet meetellen voor de berekening van de interne grens. Voor meer informatie verwijzen we naar ons speciaal infobulletin over dit onderwerp.
Uitbreiding van de flexijobs - PC 112
Hoewel we nog in afwachting zijn van de wettekst en u nog niet meer details kunnen geven over de concrete implementering van deze nieuwe maatregel, kunnen we bevestigen dat de uitbreiding van de flexijobs naar de garagesector in 2024 in werking zal treden. Er zij op gewezen voor het SPC 149.02 en het SPC 149.04, die niet rechtstreeks onder de uitbreiding vallen, dat de nieuwe regelgeving zal voorzien in de mogelijkheid van een opt-in voor alle sectoren (door middel van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst). We volgen de implementering van de regelgeving op de voet en houden u zeker op de hoogte.
Focus op de verkiezingen
Sociale verkiezingen: pas op voor de occulte periode!
De sociale verkiezingen in de privésector vinden plaats tussen 13 en 26 mei 2024. Werkgevers met minstens 50 werknemers moeten verkiezingen organiseren voor het CPBW. Wanneer het bedrijf minstens 100 werknemers telt moeten verkiezingen voor het CPBW en de OR georganiseerd worden. Deze verkiezingen gaan gepaard met ontslagbescherming voor de kandidaten en de daadwerkelijk verkozen vertegenwoordigers. De bescherming begint op de 30e dag vóór de bekendmaking van de datum van de verkiezingen (datum X) en duurt tot de 35e dag na de bekendmaking van deze datum (het einde van de periode waarover de vakbonden beschikken voor de definitieve bekendmaking van de kandidatenlijsten). Deze periode van 65 dagen van onzekerheid, waarin de identiteit van de kandidaten niet bekend is, ook al genieten ze bescherming, staat bekend als de "occulte periode". Om elk risico te vermijden dat een kandidaat wordt ontslagen zonder de speciale procedure na te leven die is vastgelegd in de wet van 19 maart 1991 is het raadzaam om tijdens deze periode niet tot ontslag over te gaan. Voor de verkiezingen van 2024 zal de occulte periode, afhankelijk van de datum die is vastgesteld voor de verkiezingsdag, beginnen tussen 14 en 27 januari 2024 en eindigen tussen 19 maart en 1 april 2024.
Europese, federale en regionale verkiezingen
Ter herinnering: de Europese, federale en regionale verkiezingen vinden plaats op 9 juni 2024 en de lokale en provinciale verkiezingen op 13 oktober 2024. Werknemers die normaal werken op deze dagen mogen vrij nemen om te stemmen zonder loonverlies. Ze kunnen ook stemmen bij volmacht. Als een van uw werknemers op een van deze dagen als bijzitter moet optreden, mag hij of zij afwezig zijn van het werk met behoud van loon (in de vorm van klein verlet). De voorzitters en secretarissen van een stembureau/tellingbureau hebben eveneens recht om afwezig te zijn, maar zonder loonbehoud.
Focus op de nieuwe vakantieregeling
Overdracht van vakantiedagen naar het volgende jaar
Sommige werknemers zijn aan het eind van het jaar onverwacht afwezig en kunnen daarom niet al hun vakantiedagen opnemen. Onder de oude regelgeving werd in dat geval het saldo van het enkel vakantiegeld uitbetaald in december, maar de werknemer kon (in principe) de verloren vakantiedagen niet overdragen.
Vanaf 1 januari 2024 blijft het principiële verbod op overdracht naar het volgende jaar van toepassing, maar zal de werknemer die onmogelijk al zijn vakantiedagen kon opnemen, deze dagen kunnen uitstellen voor een periode van maximum 24 maanden. Het moet gaan om een situatie van overmacht, waaronder de volgende redenen vallen: erkende arbeidsongevallen of beroepsziekten, andere ongevallen of ziekten, zwangerschapsverlof, geboorteverlof (omgezet zwangerschapsverlof en voormalig vaderschapsverlof), profylactisch verlof, adoptieverlof, verlof voor pleegzorg, verlof voor ouderlijke pleegzorg. Dit betekent dat een werknemer vakantiedagen die in 2024 niet zijn opgenomen, kan opnemen tot 31 december 2026. Het vakantiegeld voor overgedragen dagen zal echter moeten worden blijven betaald in het vakantiejaar waarin het verlof had moeten worden opgenomen (zoals nu het geval is). Hierdoor ontstaat een recht op vakantiedagen die niet worden uitbetaald op het moment dat ze worden opgenomen en dus de facto onbetaald verlof zijn.
Het doel van deze wetswijziging is om de Belgische wetgeving in overeenstemming te brengen met het Europees recht, dat bepaalt dat werknemers recht hebben op vier weken effectieve vakantie per jaar.
Uitstel van vakantiedagen in geval van ziekte
Opnieuw onder invloed van het Europees recht zullen werknemers die ziek worden tijdens hun vakantie vanaf 1 januari 2024 in bepaalde gevallen deze vakantiedagen kunnen uitstellen. De redenen voor uitstel zijn identiek aan die voor uitstel van 24 maanden (zie vorig punt). Deelname aan cursussen of studiedagen gewijd aan sociale promotie wordt hieraan toegevoegd.
De verplichtingen van werknemers die ziek worden terwijl zij op vakantie zijn, zullen verschillen van die van een "gewone" ziekteperiode. Enerzijds moeten ze hun werkgever onmiddellijk hun verblijfplaats meedelen als ze niet thuis zijn (bijvoorbeeld als ze in het buitenland zijn). Anderzijds moeten ze altijd een medisch attest voorleggen aan de werkgever binnen de normale termijn die van toepassing is in het bedrijf. Werknemers die hun niet-opgenomen vakantiedagen na de lopende vakantieperiode willen opnemen, moeten ook binnen dezelfde termijn een aanvraag indienen bij de werkgever (de lopende vakantieperiode wordt dus niet automatisch verlengd met de niet-opgenomen dagen). Het blijft uiteraard mogelijk om een beroep te doen op een controlearts.
Focus op diversen
Flitscontroles door de Sociale Inspectie
In januari 2024 zal de Sociale Inspectie steekproefsgewijs controles uitvoeren in de bouwsector, met inbegrip van de elektrotechniek en de metaalsector. Hoewel deze controles worden uitgevoerd voor informatie- en preventiedoeleinden, blijven sancties mogelijk bij ernstige overtredingen. Daarom raden we onze leden met werknemers in de metaalsector (SPC 149.04) aan om de SIOD-pagina (Sociale Inlichtingen en Opsporingsdiensten) voor de metaal- en technologiesector te raadplegen.
Mobiliteitsbudget
Vanaf 1 januari 2024 zal het mobiliteitsbudget een aantal nieuwe functies bevatten**. De hele tweede pijler kan worden gebruikt in de Europese Economische Ruimte (EER), waardoor werknemers gebruik kunnen maken van openbaar vervoer, taxi's of autoverhuur in de EER. Er komen ook wijzigingen in de berekeningsformules (werkelijke kosten of forfaitaire kosten) die worden gebruikt om het oorspronkelijke bedrag van het budget te bepalen. Tot slot zullen vanaf 1 januari 2024 de beheerskosten van het volledige mobiliteitsbudget deel uitmaken van pijler 2 (en dus volledig zijn vrijgesteld).
Verhoging van de werkhervattingspremie
Sinds april 2023 hebben werkgevers recht op een werkhervattingspremie van 1000 euro voor de indienstneming en re-integratie van een werknemer met langdurig ziekteverlof (in het kader van de regeling voor progressieve werkhervatting). Vanaf 1 januari 2024 wordt deze premie verhoogd tot €1.725.
Maatregelen die eind 2023 in werking traden
Beperking van de opzegtermijn bij ontslagname
Sinds 28 oktober 2023 is de opzegtermijn van werknemers (arbeiders en bedienden) die ontslag nemen beperkt tot 13 weken.
Verplichte aanwijzing van een vertrouwenspersoon
In bedrijven met meer dan 50 werknemers moet sinds 1 december 2023 verplicht een vertrouwenspersoon worden aangesteld .
Indien u vragen heeft of meer informatie wenst, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze sociaalrechtelijke adviseur.
*Geschatte afgevlakte gezondheidsindex januari 2024 - afgevlakte gezondheidsindex januari 2023 / afgevlakte gezondheidsindex januari 2023 x 100, d.w.z.: 126,82 - 125,26 / 125,26 x 100 = 1,25%.
** Ter herinnering: dit is het budget waarmee de totale kosten van de bedrijfswagen (die de werknemer vroeger had en nu heeft ingeleverd) kunnen worden overgeheveld naar andere vervoersmiddelen, verdeeld over drie pijlers (1° milieuvriendelijke wagen, 2° duurzame vervoersmiddelen, 3° het saldo contant ontvangen).