1. De feiten
Op 24 september 2020 zegde een vzw een van haar directeurs ontslag aan met inachtneming van een opzegtermijn van 12 maanden. Die beslissing kwam er omdat de werknemer vanaf 1 november 2021 zijn wettelijk pensioen kon opnemen.
De werknemer vocht zijn ontslag aan omdat het een directe discriminatie op grond van leeftijd zou zijn, en dat is een beschermd criterium.
2. Het wettelijk kader
De wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie verbiedt verschillen in behandeling of (in)direct onderscheid op basis van bepaalde beschermde criteria. Een van deze criteria is leeftijd.
Een 'direct onderscheid' is een situatie waarin een persoon ongunstiger wordt behandeld dan een andere persoon vanwege een of meer beschermde criteria.
Een dergelijk onderscheid op basis van leeftijd is directe discriminatie, tenzij het objectief wordt gerechtvaardigd door wezenlijke en bepalende beroepsvereisten.
Als de werkgever dit niet kan bewijzen, heeft de werknemer recht op een forfaitaire schadevergoeding gelijk aan 6 maanden brutoloon.
3. De beslissing van het Hof
In zijn arrest wees het Hof de vordering van de werknemer af, omdat het ontslag niet discriminerend is:
Het besluit te ontslaan is gebaseerd op een legitiem doel, namelijk het bevorderen van de werkgelegenheid van de jongeren;
Het middel dat wordt gebruikt om dit doel te bereiken is passend, in die zin dat het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd het ogenblik is om een werknemer te ontslaan en zo mogelijkheden te creëren voor jongere werknemers;
Tot slot is dit middel evenredig, omdat pensionering een natuurlijk scharnierpunt is in de professionele loopbaan.
4. En wat nu?
We vinden dit arrest een stap in de goede richting.
Er zijn al verschillen in behandeling in de Belgische wet- en regelgeving die te maken hebben met de wettelijke pensioenleeftijd: