Sociaal nieuws

Maximale opzeggingstermijn van 13 weken bij ontslag door de werknemer.

Op 16 maart 2023 heeft de Kamer van Volksvertegenwoordigers een wetsvoorstel aangenomen om de opzeggingstermijn bij ontslag te beperken tot 13 weken[1].
Deze wijziging, die zowel voor arbeiders als bedienden geldt, zal naar alle verwachting binnenkort in werking treden.

Wanneer een werknemer ontslag neemt, moet hij een opzeggingstermijn presteren.
Dit betekent dat de werknemer verplicht is om na zijn ontslag een bepaalde periode door te werken.
De berekening van deze periode hangt momenteel vooral af van de aanvangsdatum van de arbeidsovereenkomst.

Voor overeenkomsten die na 1 januari 2014 ingaan, wordt geen onderscheid gemaakt tussen arbeiders en bedienden.
In beide gevallen moet de werknemer een opzeggingstermijn respecteren die gelijk is aan de helft van de termijn die hij zou hebben gekregen indien hij door zijn werkgever was ontslagen (eventueel naar beneden afgerond).
Zodra de werknemer acht jaar anciënniteit bereikt, neemt de termijn niet langer toe en wordt hij beperkt tot 13 weken.

Voor overeenkomsten die vóór 1 januari 2014 zijn ingegaan, moet de periode in twee delen worden berekend. Een eerste deel – voor de anciënniteit verworven sinds de indiensttreding van de werknemer tot en met 31 december 2013 – waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen arbeiders en bedienden.
Een tweede deel – voor de sinds 1 januari 2014 verworven anciënniteit – volgens  de hierboven uiteengezette regels.

Terwijl voor bedienden de wet bepaalt dat de som van de delen I en II niet meer dan 13 weken mag bedragen, geldt dit (momenteel) niet voor arbeiders. Arbeiders die een aanzienlijke anciënniteit kunnen aantonen, kunnen daarom (momenteel) worden verplicht om een opzeggingstermijn van meer dan 13 weken in acht te nemen.

Zodra het wetsontwerp in werking treedt, zal de opzeggingstermijn voor ontslag beperkt worden tot dertien weken, zowel voor arbeiders als voor bedienden, zodat er geen verschil zal zijn volgens het statuut van de werknemer. 

Onbeperkte opeenvolging van arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en vervangingsovereenkomsten zijn binnenkort niet meer mogelijk.

Op 16 maart 2023 keurde de Kamer ook een wetsvoorstel goed om een einde te maken aan het achtereenvolgende gebruik van arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd,  voor een duidelijk omschreven werk en vervangingsovereenkomsten[2].

Behalve in het geval van een aan de werknemer zelf toe te schrijven onderbreking, bedraagt de totale duur van deze opvolgingen straks maximaal twee jaar.
Wordt deze nieuwe regel niet nageleefd, dan gelden de regels voor arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde duur.

Momenteel bestaat er reeds een systeem waarbij opeenvolgende overeenkomsten voor bepaalde tijd of voor duidelijk omschreven werk enerzijds en opeenvolgende vervangingsovereenkomsten anderzijds worden gelijkgesteld met overeenkomsten voor onbepaalde tijd.

De wetgeving voorziet daarentegen nog geen regels voor opeenvolgende (bij dezelfde werkgever) vervangingsovereenkomsten en overeenkomsten van bepaalde duur.

Dit zal binnenkort dus veranderen.
Let op: hoewel deze nieuwe bepalingen alleen van toepassing zullen zijn op arbeidsovereenkomsten die vanaf de datum van inwerkingtreding worden gesloten, zullen overeenkomsten die vóór deze datum zijn gesloten in aanmerking worden genomen bij de beoordeling of de maximumtermijn van twee jaar al dan niet is overschreden.

U moet dus een bijzondere aandacht besteden aan de opvolging of verlenging van overeenkomsten (van bepaalde duur, voor een duidelijk omschreven werk en vervangingsovereenkomsten) die reeds in uw onderneming van kracht zijn.

 

Indien u vragen heeft of meer informatie wenst, aarzel dan niet om contact op te nemen met onze sociaalrechtelijk adviseurs.
Nadia Van Nieuwenhuijsen (NL)
Nadia.vannieuwenhuijsen@traxio.be
02/778.62.00

Laurent Coppens (FR)
Laurent.coppens@traxio.be

 

MyTRAXIO ?

Zeker doen ! Klik hier.

Stuur dit bericht zeker door naar uw personeelsverantwoordelijke of human resources

[1] Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten met het oog op de beperking van de duur van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde tijd en vervangingsovereenkomsten, Parl. St. Kamer 2022-2023, nr. 3096.

[2] Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 26 december 2023 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden inzake de opzeggingstermijnen en de carenzdag en begeleidende maatregelen voor wat de aanpassing van de wettelijke maximale opzeggingstermijnen in het geval van opzegging door de werknemer betreft, Parl. St. Kamer 2021-2022, nr. 2562.

Picture by StockSnap from Pixabay

Welkom!

Onze website gebruikt cookies. Sommige cookies zijn noodzakelijk om de website goed te doen functioneren (en kan je dus helaas niet weigeren).

Andere cookies gebruiken we voor analysedoeleinden en om je gebruikservaring te optimaliseren. Lees het privacy- en cookiebeleid voor meer informatie.